Terug
Gepubliceerd op 18/12/2023

2023_ZR_00087 - Operationele brandweersamenwerking provincie Antwerpen - Kaderovereenkomst - Goedkeuring

Zoneraad
za 16/12/2023 - 08:00 Veiligheidshuis Ter Stokt, zaal Grote Nete
Datum beslissing: za 16/12/2023 - 08:22
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Voorzitter; Nele Geudens, Ondervoorzitter; Wim Caeyers, Zoneraadslid; Geert Daems, Zoneraadslid; Patrick Geuens, Zoneraadslid; Tine Gielis, Zoneraadslid; Peter Keymeulen, Zoneraadslid; Stijn Raeymaekers, Zoneraadslid; Kris Van Dijck, Zoneraadslid; Koen Bollen, Zonecommandant; Guy Van Hirtum, Zoneraadslid; Jan Michielsen; Gert  Kempen, directeur preventie; Jo Vissers, administratief medewerker; Pieter Luyckx, directeur bedrijfsvoering

Verontschuldigd

Seppe Bouquillon, Zoneraadslid; Lieven Janssens, Zoneraadslid; Johan Leysen, Zoneraadslid; Mien Van Olmen, Zoneraadslid; Marianne Verhaert, Zoneraadslid; Amelie Janssens, Zonesecretaris

Voorzitter

Vera Celis, Voorzitter
2023_ZR_00087 - Operationele brandweersamenwerking provincie Antwerpen - Kaderovereenkomst - Goedkeuring 2023_ZR_00087 - Operationele brandweersamenwerking provincie Antwerpen - Kaderovereenkomst - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

De hulpverleningszones in de provincie Antwerpen kennen een divers risicoprofiel. De operationele voorbereiding op al deze risico’s kost veel financiële middelen en personele capaciteit. Er werd daarom de voorbije jaren gewerkt aan een model voor operationele samenwerking op vlak van permanenties, grootschalig optreden en gespecialiseerde inzetteams: 

  • Permanenties

In het kader van specifieke permanenties werden er eerder al initiatieven genomen qua operationele samenwerking. Het principe van de AGS-wachtdienst uit de provincie Antwerpen was een voorbeeld voor de andere provincies en werd recent ook doorgetrokken in de organisatie van de provinciale Dir-Cp-Ops-wachtdienst.  

  • Grootschalig optreden

Qua grootschalig optreden werd een ‘provinciale reflexopschaling’ uitgewerkt om een snelle, substantiële bijstandsvraag te kunnen stellen zonder andere zones te sterk te belasten.  

  • Gespecialiseerde inzetteams

Gespecialiseerde inzetteams werden tot op heden grotendeels op zonaal niveau georganiseerd. De opportuniteit om deze gespecialiseerde inzetteams interzonaal in te zetten wordt gegrepen. De hulpverleningszones willen de potentiële schaalvoordelen met betrekking tot de gespecialiseerde opdrachten laten spelen en hebben samen - op basis van de zonale risicoprofielen en opgebouwde zonale expertisedomeinen - bepaald welke zones welke operationele specialismen opnemen. Elke zone garandeert voor de opgenomen specialismen de interzonale inzet. Gezien het beperkt aantal interventies met gespecialiseerde teams op zonaal niveau, is interzonale inzet van specialisaties ook een motivator bij de betrokken collega’s. 

Deze interzonale operationele samenwerking wordt voor de permanenties, het grootschalig optreden en de gespecialiseerde inzetteams gecoördineerd door stuurgroepen waarin alle zones vertegenwoordigd zijn.De deelnemende zones voeren taken uit zoals afgesproken in de stuurgroepen. De officieren verantwoordelijk voor operaties superviseren de werking van deze stuurgroepen en zorgen ervoor dat alle zones gelijk geëngageerd zijn/blijven bij de afdekking van de risico’s die interzonaal opgevangen kunnen worden. De stuurgroepen beoordelen 1x per jaar de afspraken die gemaakt werden in de kaderovereenkomst waarbij de financiële regeling tussen de zones onderling geëvalueerd wordt. De financiële modaliteiten worden opnieuw besproken tegen eind 2024.  

De overeenkomst waartoe wordt besloten bestaat uit twee onderdelen, namelijk een algemeen deel (waar generieke elementen met betrekking tot de samenwerking opgenomen worden) en specifieke bijlagen per interzonaal aangegaan engagement qua operationele interzonale samenwerking (waar het service level agreement gedetailleerd wordt beschreven voor de respectievelijke engagementen).

Dit engagement betreft momenteel:

  • Permanentie AGS

Incidenten met gevaarlijke stoffen kennen een lage kwantiteit, hoge complexiteit en hoge impact. Om dit risico te beheersen zijn alle officieren opgeleid met betrekking tot de basisinzet bij ongevallen met gevaarlijke stoffen. De zone heeft daarnaast meerdere officieren die aanvullend opgeleid zijn tot AGS. Zij nemen, samen met AGS van de andere hulpverleningszones in de provincie, deel aan een provinciale AGS-wachtdienst. Deze provinciale wachtdienst bestaat uit twee AGS die 24/7 beschikbaar zijn. Op die manier kan, indien een incident met gevaarlijke stoffen dat vereist, snel en gegarandeerd een expert ingeschakeld kan worden. De AGS leveren telefonisch advies of ondersteunen de interventieleiding ter plaatse. 

  • Permanentie Dir-CP-Ops

In het kader van de noodplanning heeft de brandweer een rol in het voorzien van Dir-CP-Ops (Directeur van de Commandopost Operaties). Er zijn specifieke kwalificatie-eisen verbonden aan het kunnen opnemen van deze rol. De zones engageren zich tot de organisatie van autonome zonale wachtdiensten, maar willen een redundantie inbouwen met oog op complexe incidenten (dan is een adjunct Dir-CP-Ops nodig), simultane incidenten (dan is een extra Dir-CP-Ops nodig) en langdurige incidenten (dan is een vervangende Dir-CP-Ops nodig). De lage kans op voorkomen gecombineerd met het hoge effect van afwezigheid van een getraind profiel, doen besluiten tot de aanvullende provinciale wachtdienst Dir-CP-Ops.

  • Peleton basishulpverlening (‘Provinciale reflexopschaling’)

Grootschalige incidenten vereisen soms meer basismiddelen dan er zonaal voor ingezet kunnen worden, rekening houdend met een capaciteit die voor eventuele andere interventies ('restdekking') beschikbaar moet blijven. De zones engageren zich  om samen een peloton basishulpverlening (4 autopompen plus een officier) aan te bieden aan een verzoekende zone. De operationele slagkracht voor de verzoekende zone stijgt daar in belangrijke mate mee, en de leverende zones ervaren slechts een beperkte impact op hun werking.

  • Specialisme gaspakken

Interventies met gevaarlijke stoffen kennen een grote diversiteit. Meestal kan met courante PBM’s, materialen en basistraining een interventie adequaat worden afgewerkt. Soms vereisen zulke interventies echter gespecialiseerde gasdichte beschermkledij voor een veilige inzet. Het ter beschikking houden van een gaspakkenteam vereist specifieke aankopen, onderhoud, keuring en training. Er zijn specifieke richtlijnen van FOD Binnenlandse Zaken met betrekking tot de kwalificaties van het personeel dat opdrachten in gaspak moet uitvoeren. De  mogelijkheid tot een interventie waar gaspakken nodig zijn, is in elke zone aanwezig.

  • Specialisme meetploegen

Bij incidenten met gevaarlijke stoffen dienen soms snel meetcampagnes te kunnen worden opgezet. Omgevingsmetingen zijn bij bepaalde interventies cruciaal om de brandweerinzet goed te sturen. De meetploegorganisatie vereist eveneens specifieke aankopen, onderhoud, keuring en training. De risico-analyse van een geïndustrialiseerd gebied zoals de provincie Antwerpen leidt tot de gewenste beschikbaarheid van een eenheid meetploegen.

  • Specialisme GRIMP

Reddingen in hoogte, diepte of besloten ruimten vereisen specifieke touw- en evacuatietechnieken. De organisatie van een GRIMP (groep voor interventies op moeilijk bereikbare plaatsen) leidt ook tot specifieke aankopen, onderhoud, keuring en training. Om een GRIMP-inzet te kunnen opstarten moet een inzetleider (specifiek profiel met aanvullende opleidingskwalificaties) beschikbaar zijn. De noodzaak tot touwreddingen kan in alle zones voorkomen.

  • Specialisme natuurbrandbestrijding

Adequate natuurbrandbestrijding vereist de weloverwogen inzet van vaak een groot aantal middelen. De hulpverleningszones met een relevant natuurbrandrisico beschikken over aangepaste middelen die bij een incident in een vastgelegde samenstelling (groep gemakkelijk terrein, groep moeilijk terrein, groep waterbevoorrading) samenwerken. Natuurbranden kunnen in alle zones ontstaan, weliswaar met potentie tot extreme uitbreiding in specifieke natuurgebieden. 

Specifieke aanvulling in het kader van de bijlage ‘AGS’:

De interzonale samenwerking op vlak van AGS groeide organisch sinds 2003. Bij de feitelijke opstart van de provinciale AGS-wachtdienst in 2007 werd aan brandweerschool Campus Vesta (destijds PIBA) gevraagd om het operationeel beheer van de wachtdienst op te nemen. 

Op grond van het KB van 10 juni 2014 werd de rol van Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) gedefinieerd als een bovenzonale opdracht die gecoördineerd en voorbereid dient te worden door de Directie Operaties van de Algemene Directie Civiele Veiligheid (AD CV) van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. 

In september 2019  sloot Brandweer Zone Antwerpen (BZA) met de AD CV een overeenkomst betreffende een bovenzonale permantie AGS. Op basis van deze overeenkomst nam BZA de coördinerende rol op zich om te voorzien in een organisatie van een wachtdienst voor de provincie Antwerpen in samenwerking met de andere hulpverleningszones in de provincie. Het operationeel beheer van een wachtdienst paste ook beter bij de opdrachten van een zone dan van een brandweerschool: er kunnen schaalvoordelen benut worden door opname van beheer mbt de AGS-wachtdienst in een ruimer, bestaand, zonaal beheerskader.

De kosten van de interzonale AGS-wachtdienst worden, ongewijzigd, gedragen door de vijf provinciale zones samen. De lineaire verdeelsleutel (elke zone draagt 1/5 bij) die op 7/12/2009 door gouverneur Cathy Berx en de voorzitters van de prezoneraden werd afgesproken, blijft behouden. De bijdrage gebeurt in de vorm van een dotatie aan de coördinerende zone die voor het operationeel beheer instaat (BZA).

Bij de opstart van de AGS-werking in de provincie Antwerpen werden er twee AGS-voertuigen aangekocht met provinciale Sevesomiddelen. Eén afgeschreven voertuig kon in 2019 vervangen worden door een federaal ter beschikking gesteld AGS-voertuig. De FOD Binnenlandse Zaken heeft door het ter beschikking stellen van federale voertuigen de ontwikkeling van een AGS-werking, met name in andere provincies, willen ondersteunen. De FOD Binnenlandse Zaken gaf aan dat de aankoop of vervanging van een tweede voertuig in de provincie zelf dient georganiseerd te worden. De coördinerende zone heeft daarop de (dringende) vervanging van het oudste provinciale AGS-voertuig op zich genomen en geprefinancierd. Deze kost hiervan werd opgenomen in de berekening van de jaarlijkse zonale bijdrage (voor investeringen a rato van de afschrijvingen).

Specifieke aanvulling  in het kader van de bijlage ‘Dir-CP-Ops’:

Alle zones zorgen in het kader van de overeenkomst samen voor een pool van Dir-CP-Ops zodat optimaal tegemoet kan gekomen worden aan een vraag tot bijstand. 

De overeenkomst bepaalt de minimale eisen van de wachtregeling Dir-CP-Ops inclusief de daaruit volgende verplichtingen van de Dir-CP-Ops uit de verschillende zones.

In het KB Noodplanning wordt in artikel 18,§3 vermeld dat de bevoegde overheid voorafgaandelijk o.a. een andere officier (houder bekwaamheidsattest) van een andere hulpverleningszone kan aanduiden om de functie van Dir-CP-Ops uit te voeren. De goedkeuring van de overeenkomst door de zoneraad van elke hulpverleningszone van de provincie Antwerpen, heeft in dit kader ook de betrachting om deze voorafgaandelijke aanduiding te realiseren, zodat deze persoon onmiddellijk kan opstarten in de Dir-CP-Ops functie volgens de modaliteiten vastgelegd in artikel 2 van de overeenkomst. In reguliere noodsituaties zal, ongewijzigd ten opzichte van vandaag, een gekwalificeerde officier van de eigen hulpverleningszone beschikbaar zijn om de functie van Dir-CP-Ops op te nemen.

Alle zones participeren evenredig in de wachtregeling Dir-CP-Ops zodat de lasten van de deelname zo gelijk mogelijk verdeeld worden om één provinciale wachtfunctie te verzekeren. Het gaat over een brandweerofficier met bekwaamheidsattest Dir-CP-Ops die in orde is met de verplichte bijscholing van 6 uur. De zone vult zelf de weekwachtdiensten in die worden toegewezen.

Juridische grond

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid: 

Artikel 3 bepaalt dat de civiele veiligheid alle civiele maatregelen en middelen nodig voor het volbrengen van de opdrachten vermeld in de wet omvat om te allen tijde personen en hun goederen en leefomgeving ter hulp te komen en te beschermen.

Artikel 11 §2, 3° bepaalt dat de zone alle maatregelen neemt om te garanderen dat de dienst klaar is om het hoofd te bieden aan een reëel incident.

Artikel 21/2 bepaalt dat de zone partnerschapsovereenkomsten kan sluiten met een of meerdere politiezones of hulpverleningszones betreffende met name de coördinatie inzake financiering, organisatie en uitvoering van de respectieve operationele opdrachten.

Artikel 117 bepaalt dat de zone het materieel en de uitrusting verwerft die nodig zijn voor de goede uitvoering van haar opdrachten. De zone staat in voor het beheer en onderhoud ervan

 

Burgerlijk Wetboek, Boek 5, Verbintenissen

Koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones.

Specifieke aanvulling in het kader van de bijlage ‘permanentie AGS’:

Koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot bepaling van de opdrachten en taken van civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de civiele bescherming en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen

Artikel 6 bepaalt dat:

  • De directie operaties van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken coördineert, in voorkomend geval met het Crisis- en coördinatiecentrum van de Regering en het Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid, de technische en operationele voorbereiding van sommige bovenzonale gespecialiseerde opdrachten van de zone en van de operationele eenheden.
  • De technische en operationele voorbereiding van deze opdrachten heeft als doel dat de intervenanten over de nodige gespecialiseerde opleiding, training en procedures beschikken.
  • De technische en operationele voorbereiding omvat ook de organisatie, op het gepaste niveau, van een interventiepermanentie, de inventaris van het gespecialiseerd materiaal waarover deze operationele diensten beschikken voor de uitvoering van deze opdrachten, en het opvolgen van het onderhoud van dit materieel.
  • Indien nodig worden er overeenkomsten gesloten tussen de betrokken diensten en organisaties.

Bijlage 2 “Gespecialiseerde bovenzonale opdrachten, uitgevoerd door de zones, de operationele eenheden van de Civiele Bescherming of door beiden die het voorwerp uitmaken van een technische en operationele voorbereiding door de FOD Binnenlandse Zaken overeenkomstig artikel 6” bij het KB van 10 juni 2014

Punt A. bepaalt dat Adviseur Gevaarlijke Stoffen een gespecialiseerde bovenzonale opdracht is. 

Specifieke aanvulling in het kader van de bijlage ‘permanentie DIR-CP-OPS’:

Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen (KB Noodplanning) :

Artikel 18, §1 bepaalt dat de operationele coördinatie berust bij de Dir-CP-Ops

Artikel 18, §2 bepaalt dat de multidisciplinaire functie van Dir-CP-Ops wordt uitgeoefend door de officier van de hulpverleningszone op wiens grondgebied de interventie plaatsvindt, die aanwezig is op het interventieterrein en die houder is van het bekwaamheidsattest Dir-CP-Ops, afgeleverd onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals vastgelegd door de bevoegde minister, ongeacht de graad van het aanwezige personeel van andere hulpverleningszones

Artikel 18,§3 bepaalt dat de bevoegde overheid vooraf in zijn NIP of op elk ander moment tijdens de noodsituatie een andere officier van de hulpverleningszone op wiens grondgebied de interventie plaatsvindt of van een andere hulpverleningszone, of een afgevaardigde van een andere discipline die meer verwant is met de aard van de noodsituatie, kan aanduiden om de functie van Dir-CP-Ops te vervullen, in functie van de aard van het risico of de situatie. De door de bevoegde overheid aangewezen persoon moet houder zijn van het bekwaamheidsattest van Dir-CP-Ops, afgeleverd onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten zoals vastgelegd door de bevoegde minister.

Regelgeving bevoegdheid

Zoneraad: artikel 26 wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid
<p>De raad is bevoegd voor alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk aan het college werden toegewezen.<br><sup></sup>De raad is exclusief bevoegd voor het vaststellen van alle reglementaire bepalingen in de materies bepaald in deze wet, binnen de grenzen van de bepalingen van deze wet of genomen krachtens deze wet.<sup></sup><br>De raad is inzonderheid gemachtigd te onteigenen ten algemenen nutte, zoals bedoeld in artikel 61, &sect; 1, van de programmawet van 6 juli 1989. </p>

Besluit

De zoneraad beslist:

Artikel 1

De zoneraad keurt de kaderovereenkomst goed betreffende de operationele brandweersamenwerking in de provincie Antwerpen met Brandweer zone Antwerpen, Brandweer Zone Rand, Hulpverleningszone Rivierenland en hulpverleningszone Taxandria.

Artikel 2

De zoneraad keurt goed dat de overeenkomsten AGS en DIR-CP-OPS  geïntegreerd worden in de kaderovereenkomst.

Artikel 3

De zoneraad keurt goed dat de functie van Dir-CP-Ops op het grondgebied van de eigen zone kan worden opgenomen door een daartoe gekwalificeerde officier van een andere hulpverleningszone, zoals bepaald in het KB Noodplanning en deze overeenkomst.

Artikel 4

De zoneraad keurt goed dat het zonecollege de zone vertegenwoordigt bij het verder onderhandelen, afsluiten en eventuele latere beperkte wijzigingen van de overeenkomst.

Artikel 5

De zoneraad keurt goed dat het zonecollege de zone vertegenwoordigt bij het verder onderhandelen, afsluiten en eventuele latere beperkte wijzigingen van de overeenkomsten die worden afgesloten binnen het kader van de samenwerking voor een provinciale operationele samenwerking.

Artikel 6

Het zoneraad keurt goed dat de voorzitter van het zonecollege en de zonecommandant de overeenkomst en de eventuele latere wijzigingen ondertekenen.

Artikel 7

De zoneraad keurt goed dat, indien niet zou kunnen worden overgegaan tot digitale ondertekening door de voorzitter van het zonecollege en de zonecommandant, de ondertekeningsformule in de overeenkomst wordt aangepast naar een formule voor fysieke ondertekening.

Artikel 8

De zoneraad is akkoord dat de bijdrage van Brandweer zone Kempen in de werkingskosten voor de samenwerking provinciale permanentie "Adviseur Gevaarlijke Stoffen" jaarlijks 9.400,00 euro bedraagt. Dit bedrag is Brandweer zone Kempen verschuldigd aan Brandweer zone Antwerpen welke dit project coördineert. De nodige kredieten zijn hiervoor voorzien in het exploitatiebudget 2024/6131000/5/0410 Externe prestaties voor brandweer /H/2024/351/123-06/71.

Omwille van de wederkerigheid zowel in de organisatie als de uitvoering, wordt voor de rest van de samenwerking het principe van de gesloten beurs gehanteerd. Dit principe wordt geëvalueerd en zo nodig bijgesteld in het tweede werkingsjaar (2025) van de overeenkomst.